Openbaar ministerie wil Vandenbroucke straffen

Photo: courtesy Wim Dingemanse

Photo: courtesy Wim Dingemanse

Frank Vandenbroucke moet een jaar cel met uitstel vrezen. Die straf vorderde het openbaar ministerie woensdag voor het hof van beroep in Antwerpen. De dopingzaak loopt al sinds 2002.

De renner wordt vervolgd voor handel en bezit van onder meer epo, clenbuterol, morfine en amfetamines. Die dopingproducten werden in 2002 bij een huiszoeking in zijn villa in Lebbeke aangetroffen.

Ondertussen is het al de veertiende keer dat de zaak voorkomt: twee sportieve, twee disciplinaire en negen strafrechtelijke instanties zijn al de revue gepasseerd.

Vandenbroucke werd disciplinaire geschorst en daarom vechten zijn advocaten - met het Vlaamse dopingdecreet in de hand - elke andere straf aan.

Volgens dat decreet kan een sportbeoefenaar niet strafbaar gesteld worden voor dopingpraktijken in de voorbereiding van een sportmanifestatie.

Na zijn schorsing van zes maanden door de Vlaamse Gemeenschap kreeg Vandenbroucke in 2004 ook nog een werkstraf van de rechtbank van Dendermonde. En dat kan niet vindt advocaat Johnny Maeschalck.

Het openbaar ministerie kan geen bevestiging van de werkstraf vragen, "omdat Vandenbroucke in Italië woont". Het wil daarom een straf met uitstel voor een periode van vijf jaar. "Op die manier hangt er een zwaard van Damocles boven zijn hoofd, wat hem er hopelijk van zal weerhouden zich ooit nog met die praktijken in te laten."


Misschien ook interessant: