Rasmussen: 'Leerde Hesjedal epo te gebruiken'

Maandag verschijnt "Yellow fever", de autobiografie van Michael Rasmussen. En als het klopt wat Rasmussen daarin schrijft, belooft er weer een dopingstorm op te steken. Rasmussen beweert onder meer dat de UCI hem de hand boven het hoofd hield en dat hij Giro-winnaar Ryder Hesjedal in 2003 leerde hoe hij epo moest gebruiken.

De inmiddels 39-jarige Rasmussen was in de Tour van 2007 op weg naar de eindzege, tot hij door zijn ploeg Rabobank uit de Tour werd gezet, omdat hij gelogen had over de locatie van zijn trainingsstage, wat de geruchten over dopinggebruik voedde.



Eerder dit jaar gaf Rasmussen toe dat hij in het grootste deel van zijn carrière, van 1998 tot 2010, doping heeft gebruikt. Hij heeft ook altijd gezegd dat de sportieve staf bij Rabobank wel degelijk op de hoogte was van zijn echte verblijfplaats.

Maandag verschijnt dus "Yellow fever", de autobiografie van Rasmussen. En daarin neemt de Deen geen blad voor de mond, zo blijkt uit enkele fragmenten die al in de Deense media verschenen.

Zo beweert hij dat de UCI wist dat hij in de Tour van 2005, twee jaar voor zijn controversiële Tour dus, doping had gebruikt. Maar volgens Rasmussen mocht hij van de UCI gewoon in koers blijven, omdat de organisatie de sport niet in gevaar wilde brengen en geen problemen wilde met Rabobank, een grote sponsor die de Tour al veel had gegeven.



Rasmussen schrijft in zijn boek ook dat hij in 2003 drie Canadese mountainbikers leerde hoe ze epo moesten gebruiken. Eén van die drie was volgens hem Ryder Hesjedal (foto), die in 2012 de Ronde van Italië won.

Op het WK mountainbike van 2003 eindigde Hesjedal als tweede, tussen de Belgen Filip Meirhaeghe en Roel Paulissen (brons).

Nog volgens Rasmussen in "Yellow fever" keek Bjarne Riis, zijn ploegleider bij CSC, toe hoe de ploegartsen hielpen om de renners doping toe te dienen. Riis won als renner zelf de Tour in 1996, maar gaf later toe dat hij epo had gebruikt.


Misschien ook interessant: